De rekenactiviteit ‘kerstboom maken’ is zo’n idee die opeens bij me opkwam. De rode stokken van Heutink zag ik al een tijdje in ons magazijn liggen en wilde deze steeds al eens gebruiken, maar wist eigenlijk even niet in welke vorm. Toen ik mijn rekendoelen van deze periode bekeek, paste het gebruik van de stokken hier goed bij! En zo ontstond dus het idee van de kerstboom. Hieronder beschrijf ik welke doelen belangrijk waren en hoe ik de activiteit in mijn klas heb uitgevoerd.
In deze blog maak ik gebruik van affiliate links. Zie voor meer informatie mijn disclaimer.
De rekendoelen (doelen groep 2)
– De kinderen kunnen meetkundige patronen met symmetrie maken en de regelmaat benoemen.
– De kinderen kunnen 3 voorwerpen in een serie plaatsen door afpassen met een natuurlijke maat en het resultaat benoemen met wiskundetaal.
Wat heb je nodig:
– De rode stokken van Heutink
– Verschillende kleuren (en vormen) vouwblaadjes
De rekenactiviteit
Inleiding
Ik vertelde de kinderen dat mijn bouwpakket voor het maken van een kerstboom helemaal door de war was geraakt. De rode stokken moesten samen een kerstboom gaan vormen. Ik heb de kinderen niet vertelt hoe dat bouwpakket precies in elkaar moet, bijv.: dat ze plat moeten liggen of dat ze juist op elkaar gelegd moesten worden. Ik wilde de vindingrijkheid/creativiteit van de kinderen stimuleren.
Kern
De kinderen hadden als eerste suggestie om de stokken op elkaar te stapelen. Dit ging niet helemaal zoals ze dat in gedachten hadden. Daarna kwamen ze al snel tot de conclusie dat de stokken naast elkaar en van groot naar klein moesten liggen. We hebben verschillende begrippen gebruikt: grootste, kleinste, groter, kleiner, etc. Ik had al eerder gezien dat een groot deel van mijn kleuters (met name groep 2) het bijpassende rekendoel al wel beheersten. De kerstboom was dan ook zo gemaakt!
Mijn kleuters hadden de kerstboom zo gemaakt, maar je kan het natuurlijk helemaal aanpassen naar het niveau van je groep. Je zou bijvoorbeeld minder stokken kunnen gebruiken of je houdt 1 stok achterwege en zodra de kerstboom klaar is, vertel je de kinderen dat je nog één stok hebt. Waar zou deze tussen moeten en waarom denk je dat? etc.
Nu de kerstboom in het midden van de kring lag, gingen we deze versieren. Eerst heb ik met de kinderen besproken waar je een kerstboom mee kan versieren (stukje woordenschat). Ik vertelde de kinderen dat we deze kerstboom gingen versieren met kerstballen (vouwblaadjes). We hebben gesproken over patronen en de herkenning hiervan. Ik deed in de kerstboom een patroon voor en stelde de kinderen hier enkele vragen over.
Daarna liet ik enkele kinderen zelf aan de slag gaan met het maken van patronen. De rest van de groep moest kijken of ze een patroon zagen en de regelmaat konden benoemen. Het kon een patroon van kleuren zijn, een patroon van vormen of een combinatie van beide. Omdat de kinderen zelf het patroon mochten bepalen, kon ik heel mooi het niveau van de kinderen observeren.
Ik begon met een makkelijk patroon, daarna werd het niveau van de patronen moeilijker. We gingen steeds een stapje verder. Kijk goed wat je groep wel of niet aankan!
Afsluiting
We keken samen terug op het maken van patronen. Zowel bij de kerstboom als a.d.h.v. een teken/schilderopdracht. Tijdens de speel/werkles konden de kinderen namelijk aan de slag met het maken van een kerstbal. Deze kerstbal moest bestaan uit patronen. Zo had ik het maken van patronen niet alleen in de grote kring aangeboden, maar ook nog als een individuele opdracht. Zo kon iedereen nog eens op zijn eigen niveau met patronen aan de slag.
Via Facebook kreeg ik heel veel enthousiaste reacties! Meerdere leerkrachten zijn met deze rekenactiviteit aan de slag gegaan. Hieronder foto’s vanuit de praktijk.